V-N 1990/371, 5
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken. Motorrijtuigenbelasting Kwijtschelding van de verhoging bij afwezigheid c.q. geringe mate van schuld
HR 11-10-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4117, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 1989
- Magistraten
Royer; Jansen; Linde, Van der; Baardman; Korthals Altes
- Zaaknummer
24582
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC4117
- JCDI
JCDI:ADS893314:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4117, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑1989
- Wetingang
art. 16 Wet MRB 1966
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken. Motorrijtuigenbelasting Kwijtschelding van de verhoging bij afwezigheid c.q. geringe mate van schuld
Samenvatting
Voor wat betreft de kwijtschelding van een verhoging ex art. 16, eerste lid, letter a, Wet MB 1966 ligt het op de weg van de belastingplichtige om feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit kan volgen dat het zonder voorafgaande betaling gemaakte gebruik van de weg hem niet, respectievelijk slechts in verminderde mate kan worden verweten.
Uitspraak
Vaststaat:
dat belanghebbende op na te melden tijdstip houder was van een motorrijtuig met kenteken 00-AA-00 en overigens de kenmerken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.