Inhoudsopgave
FED 1990/335:De juridische betekenis van uitlatingen van bewindslieden bij de totstandkoming van (belasting)wetgeving (Graag dank ik prof. mr. Willem Konijnenbelt voor kritische lezing, met bestuursrechtelijke bril, van een concept van dit artikel, en Carina Hummel voor het testen van de gebruikersvriendelijkheid van de eindversie.
FED 1990/335
De juridische betekenis van uitlatingen van bewindslieden bij de totstandkoming van (belasting)wetgeving (Graag dank ik prof. mr. Willem Konijnenbelt voor kritische lezing, met bestuursrechtelijke bril, van een concept van dit artikel, en Carina Hummel voor het testen van de gebruikersvriendelijkheid van de eindversie.
Mr. P.J. Wattel
Documentgegevens:
Mr. P.J. Wattel, datum 01-01-1990
- Datum
01-01-1990
- Auteur
Mr. P.J. Wattel
- JCDI
JCDI:ADS124702:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Probleemstelling
Met regelmaat laten de bewindslieden van Financien zich uit over aangelegenheden, de belastingheffing of -invordering betreffende. De meest bekende vorm van dergelijke uitlatingen is die van de resolutie, zoals de goedkeuringsresolutie, de interpretatieve resolutie en de intimidatieresolutie. Dit artikel gaat niet over resoluties. Over hun juridische betekenis bestaat inmiddels vrij ver gaande duidelijkheid en ampel literatuur. (Zie o.a. Vakstudie Algemeen deel, vierde band, WARB, Kluwer Deventer, losbladig, bewerkt door E. Aardema, aant. 14 op art. 1 WARB; Ch.P.A. Geppaart: Over het vertrouwensbeginsel in het belastingrecht, RM Themis 1984, blz. 467 e.v., met name blz. 482-485; Ch.J. Langereis: Fiscale ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.