BNB 2004/293
Betonrot ontdekt na verstrijken bezwaartermijn. Geen verschoonbare termijnoverschrijding
HR 11-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1368, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2004
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Leemreis
- Zaaknummer
39 009
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AP1368
- JCDI
JCDI:ADS888838:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1368, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2004
- Wetingang
Art. 6:11 Awb; art. 19, eerste lid, onderdeel c, Wet WOZ
Essentie
Betonrot ontdekt na verstrijken bezwaartermijn. Geen verschoonbare termijnoverschrijding
Samenvatting
De waarde van belanghebbendes woning is vastgesteld bij beschikking van 25 februari 1997. Medio 2000 is geconstateerd dat vloerelementen zijn aangetast door betonrot. Het Hof oordeelt onder toepassing van art. 6:11 Awb het daarop alsnog ingediende bezwaar van belanghebbende tegen de WOZ-beschikking ontvankelijk en gegrond.
HR: Art. 6:11 Awb ziet op gevallen waarin de belanghebbende redelijkerwijs niet in staat was tegen een besluit tijdig een rechtsmiddel aan te wenden. Zodanig geval doet zich hier echter niet voor. Belanghebbende was wel in staat binnen de bezwaartermijn bezwaar te maken, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.