V-N 2002/50.4
FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Navordering. Boete. Aanvang van de redelijke termijn. Geen plicht voor hof om getuige ambtshalve te horen
HR 16-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AE8721, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 1999
- Magistraten
Stoffer; Pos; Beukenhorst; Monné; Kop
- Zaaknummer
34 473
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AE8721
- JCDI
JCDI:ADS660432:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AE8721, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑06‑1999
- Wetingang
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Navordering. Boete. Aanvang van de redelijke termijn. Geen plicht voor hof om getuige ambtshalve te horen
Samenvatting
Uit de uitspraak van het hof of de gedingstukken blijkt niet van verzoeken van X om de bij de mondelinge behandeling van de zaak door het hof aanwezige ambtenaar E als getuige te horen dan wel van diens bij die gelegenheid afgelegde verklaringen procesverbaal op te maken, en het hof was daartoe niet ambtshalve gehouden. Over de aan het hof voorbehouden vaststelling van de hoedanigheid waarin de ambtenaar ter zitting is verschenen, te weten tot bijstand van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.