Inhoudsopgave
WFR 1986/1616:Het eigen vermogen van de vaste inrichting van een buitenlandse bank
WFR 1986/1616
Het eigen vermogen van de vaste inrichting van een buitenlandse bank
Documentgegevens:
Mr. M. L. B. van der Lande (Belastingadviseur te Amsterdam.), datum 01-01-1986
- Datum
01-01-1986
- Auteur
Mr. M. L. B. van der Lande (Belastingadviseur te Amsterdam.)
- JCDI
JCDI:ADS742882:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 Inleiding
De vraag welk eigen vermogen fiscaal moet worden toegekend aan een vaste inrichting van een buitenlandse bank is door een artikel van Van Raad opnieuw in de belangstelling gekomen. (C. van Raad, Weekblad 1985/5697, blz. 1145.) Ook door de belastingdienst is het onderwerp ter discussie gesteld bij de aanslagregeling van diverse buitenlandse banken met filialen in Nederland. Met dit onderwerp zitten wij midden in de problematiek van de winstsplitsing, een controversieel onderwerp dat door Verburg wordt vergeleken met een 'gordiaanse knoop'. (J. Verburg, Vennootschapsbelasting, blz. 265.)
2 Winst uit buitenlandse onderneming
2.1 Bij de heffing van vennootschapsbelasting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.