FED 1993/465
HR, 26-05-1993, nr. 28 290
HR 26-05-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5359
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers; Moltmaker
- Zaaknummer
28 290
- LJN
ZC5359
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5359, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑1993
- Wetingang
Art. 52 WBR
Uitspraak
Belanghebbende, X BV, huurt met ingang van 1 januari 1974 van A BV een winkelpand. Op 29 december 1988 maakt X BV, na het einde van de huur, gebruik van een haar toekomend optierecht, dat geen kettingbeding behelst, en koopt het pand voor f 1 112 000. Ultimo 1988 worden de aandelen in X BV verkocht. Daarbij is het pand voor f 3 350 000 in aanmerking genomen. De inspecteur berekent, rekening houdend met het nadelige huurverschil tussen de geldende huurprijs over 1988 en het werkelijke huurprijsniveau van f 335 000, de naheffingsaanslag naar een waarde van f 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.