HR, 11-08-2006, nr. 42 068
ECLI:NL:HR:2006:AY6023
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11-08-2006
- Zaaknummer
42 068
- LJN
AY6023
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2006:AY6023, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑08‑2006; (Cassatie)
- Vindplaatsen
BNB 2007/71 met annotatie van H.W.M. VAN KESTEREN
V-N 2006/44.13 met annotatie van Redactie
NTFR 2006/1176
Uitspraak 11‑08‑2006
Inhoudsindicatie
Herziening btw op diensten niet mogelijk.
Nr. 42.068
11 augustus 2006
RvS
gewezen op het beroep in cassatie van de maatschap X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 maart 2005, nr. BK 03/00286, betreffende na te melden naheffingsaanslag in de omzetbelasting.
1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 2729, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, de vice-president D.G. van Vliet, en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2006.