FED 2011/13
Over de driemaandentermijn, die redelijk is, mag de inspecteur heffingsrente in rekening brengen, zonder dat het zorgvuldigheidsbeginsel dat belet
HR 24-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7365, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
24 december 2010
- Magistraten
den Berge, van; Schaap; Tijnagel; Feteris; Loon, van
- Zaaknummer
09/05111
- Noot
E.B. Pechler
- LJN
BM7365
- JCDI
JCDI:ADS198546:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BM7365, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BM7365, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑12‑2010
- Wetingang
Art. 30f, derde lid, aanhef en onderdeel a, AWR (tekst 2007), art. 4:13 Awb en art. 3:4 Awb
Essentie
Over de driemaandentermijn, die redelijk is, mag de inspecteur heffingsrente in rekening brengen, zonder dat het zorgvuldigheidscommit; beginsel dat belet
Samenvatting
De inspecteur mag niet altijd de heffingsrente in rekening brengen die volgens de wet verschuldigd is. Op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel moet hij de heffingsrente bij de aanslagbelastingen beperken wanneer hij zich niet houdt aan de beleidsregel dat een (voorlopige) aanslag wordt opgelegd binnen drie maanden na een verzoek hiertoe of na indiening van de aangifte. Er is geen beleid dat hem verplicht de (voorlopige) aanslag eerder op te leggen. Over die driemaandentermijn, die redelijk is, mag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.