V-N 1997/2784, 33
MILIEUHEFFINGEN Milieuheffingen. Heffingen verontreiniging oppervlaktewateren
HR 08-07-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2212, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31940
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2212
- JCDI
JCDI:ADS898769:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2212, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1997
- Wetingang
art. 13 lid drie van de verordening Zuiveringsheffing van de Provincie Utrecht
Essentie
MILIEUHEFFINGEN Milieuheffingen. Heffingen verontreiniging oppervlaktewateren
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag zuiveringslasten over het jaar 1988. Op verzoek van belanghebbende, X BV, is beslist dat voor de berekening van de vervuilingswaarde kan worden volstaan met beperktere dan dagelijkse meting en bemonstering. De facto moet gedurende drie weken worden gemeten en bemonsterd en worden de resultaten van die metingen representatief geacht voor perioden van ieder vier maanden.
X BV heeft in het jaar 1988 gedurende 236 dagen feitelijk geproduceerd. De vraag is of volstaan kan worden met het omslaan van de resultaten van de metingen over die dagen of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.