BNB 1999/303
Inspecteur. Mandaat. Verhoging. Redelijke termijn
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2596, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
34148
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
AA2596
- JCDI
JCDI:ADS660325:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2596, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
Art. 2, derde lid, en 16, eerste lid, AWR, art. 6, eerste lid, EVRM
Essentie
Inspecteur. Mandaat. Verhoging. Redelijke termijn
Samenvatting
Uit het biljet van de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag blijkt wel van welke eenheid de aanslag afkomstig is, maar niet welke ambtenaar de aanslag heeft opgelegd.
HR: In een dergelijk geval moet ervan worden uitgegaan dat de aanslag door het hoofd van de eenheid is opgelegd. Aan de omstandigheid dat het Hoofd ambtenaren van zijn eenheid heeft gemachtigd namens hem aanslagen op te leggen, komt geen betekenis toe, aangezien die machtiging niet heeft plaatsgevonden op de voet van art. 19, vierde lid, Uitv.reg. Belastingdienst.
Het beroep tegen de aanslag en tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.