BNB 2005/56
Verdeling heffingsbevoegdheid inzake ontslagvergoeding
HR 19-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR5977, m.nt. P. Kavelaars (november-ontslagvergoeding)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 2004
- Magistraten
Brunschot, van; Amersfoort, van; Bavinck; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
39 158
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
AR5977
- Roepnaam
november-ontslagvergoeding
- JCDI
JCDI:ADS253720:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR5977, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑11‑2004
- Wetingang
Art. 49, eerste lid, onderdeel c, onder 108, Wet IB 1964
Essentie
Verdeling heffingsbevoegdheid inzake ontslagvergoeding
Samenvatting
Belanghebbende is van 1955 tot en met 1995 werkzaam geweest voor het A-concern, waarvan lange tijd in het buitenland. In 1991 is hij teruggekeerd naar Nederland, waar hij in 1992 is benoemd tot lid van de raad van bestuur van A NV. Die functie heeft hij in 1995 ter beschikking gesteld. Ter gelegenheid daarvan heeft hij een schadevergoeding ontvangen wegens te derven loon. Belanghebbende valt sinds 1992 onder de 35%-regeling en heeft geopteerd voor fictieve buitenlandse belastingplicht. De Inspecteur heeft toegestemd in toepassing van de 35%-regeling op de schadevergoeding. In geschil is of de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.