FED 1997/735
HR, 08-10-1997, nr. 32 821
HR 08-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3265
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 821
- LJN
AA3265
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3265, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑1997
- Wetingang
Uitspraak
Belanghebbende, X, dreef vanaf 1 maart 1988 in maatschapsverband met A een advocatenpraktijk. Over 1 maart 1988 t/m 31 december 1988 bedroeg de omzet f 1 056 538 en de winst f 694 417. X' aandeel bedroeg f 369 795. Per 1 januari 1989 bracht X met toepassing van art. 18 Wet IB 1964 zijn onderneming in in MS BV. Ter zake van de inbreng is door X aan goodwill, inclusief onderhanden werk en/of nog niet gedeclareerde en geactiveerde vorderingen, f 600 000 in aanmerking genomen. Per 1 januari 1991 zijn MS BV en de praktijkvennootschap van A toegetreden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.