FED 2006/53
De enkele omstandigheid dat de overeenkomst ook een bewust van de wet afwijkende afspraak bevat, is onvoldoende om te kunnen oordelen dat de overeenkomst zozeer in strijd is met hetgeen de wet bepaalt, dat partijen niet op nakoming daarvan mochten rekenen
HR 09-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU7728, m.nt. A.K.H. Klein Sprokkelhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2005
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Vliet, van; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
41 117
- Noot
A.K.H. Klein Sprokkelhorst
- LJN
AU7728
- JCDI
JCDI:ADS235283:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Civiel recht algemeen (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU7728, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2005
- Wetingang
Essentie
De enkele omstandigheid dat de overeenkomst ook een bewust van de wet afwijkende afspraak bevat, is onvoldoende om te kunnen oordelen dat de overeenkomst zozeer in strijd is met hetgeen de wet bepaalt, dat partijen niet op nakoming daarvan mochten rekenen
Samenvatting
De geldigheid van een overeenkomst moet worden beoordeeld met (overeenkomstige) toepassing van de in art. 3:40, eerste lid, BW vermelde maatstaf of de overeenkomst door haar inhoud of strekking in strijd is met de openbare orde of goede zeden. Hiervan is sprake indien de overeenkomst zozeer in strijd is met hetgeen de wet - over het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.