Inhoudsopgave
BNB 1965/96:Toepassing van art 10 der Successsiewet 1956 t.a.v. onroerend goed.
BNB 1965/96
Toepassing van art 10 der Successsiewet 1956 t.a.v. onroerend goed.
Documentgegevens:
Datum 30-11-1964
- Datum
30-11-1964
- Bronauteur
Staatssecretaris van Financiën
- JCDI
JCDI:ADS790782:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Wetingang
(Art. 10 Successiewet '56)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Resolutie Staatssecretaris van Financiën 30 november 1964, D4/8981
Inzake bovenvermeld onderwerp heeft de Staatssecretaris de volgende aanschrijving tot de directeuren gericht.
1.Naar mij is gebleken kunnen bij de toepassing van art. 10 Succ. '56, indien daarbij onroerend goed is betrokken, aanzienlijke verschillen in de rechtsheffing optreden in gevallen die in wezen op een lijn kunnen worden gesteld. Enerzijds komt het voor dat overgedragen onroerend goed tot de fictieve verkrijging moet worden gerekend, zodat mede wordt belast de waardestijging die het onroerend goed heeft ondergaan sedert het tijdstip waarop de in voormeld art. 10 voorziene rechtshandeling werd verricht. Anderzijds wordt - ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.