V-N 2003/7.10
FISCAAL BESTUURSRECHT Ontvankelijkheid. Aanvangstijdstip beroepstermijn in geval van vertegenwoordiging. Niet-ontvankelijkverklaring wegens overschrijding beroepstermijn
HR 22-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AF0961, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2002
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
37712
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AF0961
- JCDI
JCDI:ADS902909:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AF0961, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2002
- Wetingang
Art. 6:8, eerste lid AWB; art. 6:17 AWB; art. 26c AWR
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT Ontvankelijkheid. Aanvangstijdstip beroepstermijn in geval van vertegenwoordiging. Niet-ontvankelijkverklaring wegens overschrijding beroepstermijn
Samenvatting
Het oordeel van het hof dat de beroepstermijn pas is aangevangen op 1 april 2000, namelijk de dag waarop X van zijn adviseur de brief van de inspecteur van 16 maart 2000 ontving, is zonder nadere motivering niet begrijpelijk. Immers uit de omstandigheid dat X voor het completeren van zijn bezwaarschrift een beroepsmatig optredende verlener van rechtsbijstand had ingeschakeld, moest de inspecteur, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, afleiden dat X zich door laatstgenoemde liet vertegenwoordigen ex art. 6:17 Awb. Dit kan evenwel niet tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.