V-N 2001/32.25
BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER Kapitaalsbelasting. Interne reorganisatie. Inbreng van geldmiddelen in casu gelijkgesteld aan inbreng van gehele vermogen
HR 30-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1837, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Beukenhorst; Monné; Amersfoort, van
- Zaaknummer
36 010
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AB1837
- JCDI
JCDI:ADS901639:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1837, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑2001
- Wetingang
Art. 37, eerste lid, onderdeel a Wet BRV; art. 37, tweede lid, onderdeel b Wet BRV
Essentie
BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER Kapitaalsbelasting. Interne reorganisatie. Inbreng van geldmiddelen in casu gelijkgesteld aan inbreng van gehele vermogen
Samenvatting
B BV verrichtte direct na de inbreng van geldmiddelen in B BV door haar Zweedse moedervennootschap stortingen op de aandelen van haar vier dochtervennootschappen. Vervolgens stortte één van de dochtervennootschappen, X-1 BV, f 5 034 775 op de aandelen van belanghebbende, X-2 BV, waarvan X-1 BV alle aandelen houdt. Het verschil tussen het in X-1 BV gestorte bedrag van f 7 846 769 en het door haar in X-2 BV gestorte bedrag van f 5 034 775 heeft X-1 BV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.