FED 2005/1
Navordering onmogelijk door verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten als gevolg van de keuze van werkwijze van de Belastingdienst
HR 09-07-2004, ECLI:NL:HR:2004:BI8644, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Oven, van; Leemreis
- Zaaknummer
38 980
- Noot
E.B. Pechler
- LJN
BI8644
- JCDI
JCDI:ADS235054:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:BI8644, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, AWR
Essentie
Navordering onmogelijk door verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten als gevolg van de keuze van werkwijze van de Belastingdienst
Samenvatting
Navordering is niet mogelijk omdat de gemaakte fout een gevolg is van een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten, meer in het bijzonder van een keuze van de Belastingdienst voor een werkwijze waarbij niet wordt gelet op tussentellingen en het aangegeven belastbare inkomen en nadien slechts een beperkte controle plaatsvindt.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1997.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIëN OVERWEEGT DE ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.