FED 2006/50
Beschikking geen constitutieve voorwaarde fiscale eenheid omzetbelasting
HR 27-01-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0408, m.nt. G.J. van Norden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Berge, van den; Punt
- Zaaknummer
41 316
- Noot
G.J. van Norden
- LJN
AV0408
- JCDI
JCDI:ADS235227:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AV0408, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2006
- Wetingang
Art. 7, vierde lid, Wet OB 1968
Essentie
Beschikking geen constitutieve voorwaarde fiscale eenheid omzetbelasting
Uitspraak
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1. Belanghebbende houdt zich bezig met de exploitatie van onroerende zaken en is als zodanig ondernemer in de zin van artikel 7, lid 1, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet). Belanghebbende beschikt sinds 1988 over alle aandelen in B BV.
3.1.2. B BV verhuurt een kantoorpand. Deze verhuur is niet vrijgesteld van omzetbelasting.
3.1.3. Belanghebbende en B BV zijn in financieel, organisatorisch en economisch opzicht nauw ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.