BNB 2007/194
Waardering van tot overlijden van erflater gezamenlijk bewoonde woning, waarin zijn weduwe nadien is blijven wonen
HR 06-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AX0771, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 2007
- Magistraten
Berge, van den; Monné; Maanen, van; Schaap; Tijnagel
- Zaaknummer
41720
- Conclusie
A-G mr. Niessen
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
AX0771
- JCDI
JCDI:ADS171668:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AX0771, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AX0771, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2007
- Wetingang
Art. 21, eerste lid, Successiewet 1956
Essentie
Waardering van tot overlijden van erflater gezamenlijk bewoonde woning, waarin zijn weduwe nadien is blijven wonen
Samenvatting
De vader van belanghebbende bewoonde tot zijn overlijden met zijn echtgenote een eigen - tot de huwelijksgemeenschap behorende - woning. De echtgenote is daarin nadien blijven wonen. In geschil is de waarde van de woning voor de bepaling van het successierecht. De Inspecteur heeft deze gesteld op de waarde in vrij opleverbare staat. Het Hof heeft, overeenkomstig het standpunt van belanghebbende, de waarde lager gesteld in verband met de door de weduwe voortgezette bewoning.
HR: Tot 2002 was in de Successiewet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.