BNB 1990/147
HR, 28-06-1989, nr. 25 464
HR 28-06-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4069, m.nt. J. Hoogendoorn
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1989
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
25 464
- Noot
J. Hoogendoorn
- LJN
ZC4069
- JCDI
JCDI:ADS886733:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4069, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1989
- Wetingang
(Art. 39, eerste lid, Wet IB 1964)
Samenvatting
Inbreng van aanmerkelijk-belangaandelen in een hier te lande gevestigde houdstermaatschappij tegen uitgifte van aandelen
De overeenkomst strekkende tot overdracht van tot een aanmerkelijk-belang behorende aandelen in het kader van een aandelenruil moet in het algemeen worden aangemerkt als een vervreemding in de zin van art. 39, eerste lid, Wet IB 1964.
Zulks lijdt echter uitzondering ingeval de bij die ruil verkregen aandelen in het vermogen van de houder van het aanmerkelijk-belang economisch dezelfde plaats innemen als de afgestane aandelen, aangezien in zodanig geval geen realisatie van winst geacht kan worden te hebben plaatsgevonden.
Een dergelijke uitzondering doet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.