FED 1990/436:Belanghebbende X BV te Z, een volledige dochter van de in de Japan gevestigde A Ltd, is werkzaam in het goederenvervoer. De kosten van het door A aan X BV ter beschikking gestelde personeel en een deel van de algemene kosten van X BV neemt A voor haar rekening. A heeft deze kosten in Japan ten laste van haar resultaat gebracht. X BV wenst de door A betaalde kosten onder de benaming 'informele kapitaalstorting' ten laste van haar resultaat te brengen. De inspecteur stelt onder andere, dat door X BV aan A een 'compenserende bevoordeling' is gedaan via de tariefstelling. Hof Amsterdam stelt X BV in het ongelijk. Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad: Het hof heeft de bewijslast niet onjuist verdeeld. Nu de inspecteur heeft gesteld dat het bruto-winstpercentage bij vervoer van Japan naar Nederland veel lager was dan bij vervoer van Nederland naar Japan, ligt het op de weg van X BV om feiten te stellen, waaruit kan blijken, dat het uiteenlopen van de percentages verklaard moet worden uit verschillen van zakelijke aard. Uit de stukken blijkt niet, dat X BV aan haar stelplicht heeft voldaan. (Volgt verwerping).