FED 1999/678
HR, 03-11-1999, nr. 34 829
HR 03-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2920
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 1999
- Magistraten
Moltmaker
- Zaaknummer
34 829
- LJN
AA2920
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2920, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2920, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑1999
- Wetingang
Art. 2, tweede lid Wet BRV
Uitspraak
Risico van tenietgaan blijft bij verkoper. Geen verkrijging economische eigendom.
Belanghebbende, X, en zijn echtgenote hebben, ieder voor een gelijk deel, van haar vader een woonhuis met toebehoren gekocht. In geschil is of X (voor de helft) de economische eigendom van de verkochte zaak in de zin van art. 2, tweede lid, Wet BRV heeft verkregen.
Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad: Bij de totstandkomingsgeschiedenis van art. 2, tweede lid, Wet BRV heeft de wetgever enerzijds beoogd het begrip economische eigendom ruim te definiëren teneinde zoveel mogelijk het ontgaan van overdrachtsbelasting door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.