HR, 10-03-1993, nr. 27 992

Documentgegevens:

HR 10-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:BH8423

Instantie: Hoge Raad
Datum: 10 maart 1993
Magistraten: Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Moor, De
Zaaknummer: 27 992
LJN: BH8423
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1993:BH8423, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1993
Wetingang: Art. 31 AWR; art. 15 Wet Vpb. 1969

Uitspraak

Belanghebbende X BV, is op 30 december 1980 opgericht door B NV, die alle aandelen houdt. Op die dag verwerft X BV alle aandelen van B NV in C, D en E BV (de werkmaatschappijen) voor f 8 865 000. In september 1981 is f 3 865 000 voldaan. Het resterende bedrag is schuldig gebleven in de vorm van een rentedragende geldlening.

In geschil is of de inspecteur terecht heeft besloten voor 1981 met toepassing van art. 31 AWR ten laste van X BV geen rekening te houden met de hiervóór genoemde overeenkomsten.

Het Hof 's-Gravenhage stelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.