Inhoudsopgave
WFR 1991/325:DE RECHTSPRAAK OVER DE WET BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID: EEN TUSSENSTAND
WFR 1991/325
DE RECHTSPRAAK OVER DE WET BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID: EEN TUSSENSTAND
Documentgegevens:
MR. P. G. KOCH (Werkzaam bij het GAK-hoofdkantoor te Amsterdam.), datum 01-01-1991
- Datum
01-01-1991
- Auteur
MR. P. G. KOCH (Werkzaam bij het GAK-hoofdkantoor te Amsterdam.)
- JCDI
JCDI:ADS224770:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
EEN OVERZICHT VAN DE TOT DUSVER TOT STAND GEKOMEN JURISPRUDENTIE VAN DE BELASTINGRECHTER EN DE BEROEPSRECHTER OVER DE TOEPASSING VAN DE WBA
1 INLEIDING
Ruim vier jaar geleden, op 1 januari 1987, trad de Wet Bestuurdersaansprakelijkheid (WBA) in werking. (Wet van 21 mei 1986, Stb. 276.) Deze wet geeft de fiscus, de bedrijfsverenigingen en de bedrijfspensioenfondsen de mogelijkheid, bestuurders van 'lichamen' hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor loon- en omzetbelasting, premies volks- en werknemersverzekeringen en pensioenpremies, wanneer het onbetaald blijven daarvan het gevolg is van kennelijk onbehoorlijk bestuur (KOB). Zoals te verwachten viel, heeft de toepassing van deze wet aanleiding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.