BNB 1990/213
HR, 06-06-1990, nr. 26 743
HR 06-06-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4310
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 1990
- Magistraten
Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings; Zuurmond
- Zaaknummer
26 743
- LJN
ZC4310
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Loonbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4310, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑1990
- Wetingang
(Art. 22, eerste lid, letter a, Wet IB 1964)
Samenvatting
HR: de omstandigheid dat een onkostenvergoeding voor de heffing van de loonbelasting als een in haar geheel niet tot het loon behorende vergoeding is aangemerkt, staat niet eraan in de weg om diezelfde vergoeding voor het opleggen van een aanslag in de inkomstenbelasting aan de desbetreffende wettelijke bepalingen te toetsen, behoudens indien en voor zover de belastingplichtige op grond van een gedraging van de inspecteur belast met de heffing van de loonbelasting in redelijkheid heeft kunnen aannemen dat het niet in de heffing van de loonbelasting betrekken van die vergoeding berust op een weloverwogen standpuntbepaling.
Indien een correctie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.