FED 1999/154
Voorziening voor toekomstige uitgaven toegestaan, indien kosten kunnen worden toegerekend aan het desbetreffende jaar
HR 26-08-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2555, m.nt. R.P.C. Cornelisse (baksteenarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
33 417
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
AA2555
- Roepnaam
baksteenarrest
- JCDI
JCDI:ADS229327:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2555, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Voorziening voor toekomstige uitgaven toegestaan, indien kosten kunnen worden toegerekend aan het desbetreffende jaar
Samenvatting
Hoge Raad gaat om. Voor het vormen van een voorziening ten laste van de fiscale winst is niet langer meer vereist dat op de balansdatum een rechtsverhouding bestaat waaruit verplichtingen kunnen voortvloeien. Voor het vormen van een voorziening ter zake van toekomstige uitgaven is voldoende dat die uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode voorafgaande aan de balansdatum, welke ook overigens aan die periode kunnen worden toegerekend en een redelijke mate van zekerheid bestaat dat die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.