Kosten bankgarantie; onzakelijke vergoeding aan moedervennootschap

Documentgegevens:

HR 09-11-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5333

Instantie: Hoge Raad
Datum: 9 november 2001
Magistraten: Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
Zaaknummer: 36 926
LJN: AD5333
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:AD5333, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑11‑2001
Wetingang: Art. 7 Wet IB 1964 jo. art. 8 Wet Vpb. 1969

Essentie

Samenvatting

Voortzetting zaak HR, BNB 1998/309.

Belanghebbende, projectontwikkelaar, heeft aan haar Zwitserse moedermaatschappij een contractueel bepaalde vergoeding betaald voor het risico dat deze heeft gelopen met het stellen van een bankgarantie voor belanghebbende.

Na verwijzing stelt het verwijzingshof een zakelijke vergoeding voor de bankgarantie op 33% van het garantiebedrag. De Hoge Raad acht dit oordeel niet onbegrijpelijk en niet ontoereikend gemotiveerd.

Uitspraak

ARREST

gewezen op het beroep in cassatie van X BV te Z tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.