FED 1999/544
HR, 24-08-1999, nr. 34 410
HR 24-08-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3868
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 augustus 1999
- Zaaknummer
34 410
- LJN
AA3868
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3868, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑08‑1999
- Wetingang
Art. 18, eerste lid, onderdeel c, art. 22, eerste lid, Wet OB 1968; art. 130a, eerste lid, Wet inzake douane; art. 4, onderdeel 10, en art. 203, derde lid, Communautair Douanewetboek; art. 10, derde lid, Zesde richtlijn
Uitspraak
Onttrekking aan douanetoezicht. Toepasselijke regeling. Hoofdelijke aansprakelijkheid. Tijdstip belastbaar feit. Plaats.
Belanghebbende, X BV, handelt in groenten, fruit, eieren en eiproducten. In 1994 is een aantal zendingen in Polen gekochte suiker in dat land onder geleide van een zogenoemd carnet TIR gesteld. Nadat de zendingen aan de Duits-Poolse grens onder communautair douanetoezicht waren geplaatst, zijn zij aan dit toezicht onttrokken en in Nederland, als waren zij vrij van heffingen, afgeleverd bij de opslagplaats van een afnemer van X BV. In geschil is of terecht uitnodigingen tot betaling (UTB's) van omzetbelasting zijn vastgesteld ten laste van X BV.
Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.