V-N 1997/3756, 25
INVORDERING Afboeking van een betaling. De afboekingsregel van art. 7, eerste lid, Invorderingswet 1990 heeft een imperatief karakter. Dag van betaling van een belastingaanslag is, indien de betaling giraal geschiedt, de dag van creditering van de rekening van de ontvanger.
HR 01-10-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA3283, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 oktober 1997
- Magistraten
Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Soest, van
- Zaaknummer
32 174
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3283
- JCDI
JCDI:ADS898926:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3283, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑10‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA3283, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑1997
- Wetingang
Art. 7, eerste lid en art. 28 Invorderingswet 1990
Essentie
INVORDERING Afboeking van een betaling. De afboekingsregel van art. 7, eerste lid, Invorderingswet 1990 heeft een imperatief karakter. Dag van betaling van een belastingaanslag is, indien de betaling giraal geschiedt, de dag van creditering van de rekening van de ontvanger.
Samenvatting
Aan belanghebbende is met dagtekening 29 juni 1991 een aanslag in de inkomstenbelasting over 1989 opgelegd. Het op die aanslag te betalen bedrag moest uiterlijk 29 augustus 1991 voldaan zijn. Bij beschikking van 25 juli 1991 heeft de ontvanger belanghebbende desgevraagd uitstel van betaling verleend onder vermelding dat invorderingsrente verschuldigd zou zijn indien betaling na 29 augustus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.