V-N 2006/22.21
MILIEUHEFFINGEN Afvalstoffenbelasting. Gelijkheidsbeginsel. Stortplaats vormt niet tezamen met fabrieken van gelieerde ondernemingen één inrichting. Water in, op of aan grove rejects
HR 21-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AS4934, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Punt
- Zaaknummer
40 240
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AS4934
- JCDI
JCDI:ADS905310:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AS4934, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AS4934, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2006
- Wetingang
Art. 1.1 en art. 8.4 Wet milieubeheer; art. 12 en 13 Wbm
Essentie
MILIEUHEFFINGEN Afvalstoffenbelasting. Gelijkheidsbeginsel. Stortplaats vormt niet tezamen met fabrieken van gelieerde ondernemingen één inrichting. Water in, op of aan grove rejects
Samenvatting
X BV exploiteert een stortplaats. Zij meent dat de haar opgelegde naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting moet worden vernietigd, omdat haar stortplaats, de papierfabrieken van de aan haar gelieerde B BV, C BV en D BV en de zuiveringsinstallatie van A BV gezamenlijk één inrichting vormen. Ook meent zij dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden doordat afvalstoffenbelasting werd geheven voor de afgifte van afvalstoffen aan inrichtingen, terwijl geen afvalstoffenbelasting werd geheven voor de verwerking van afvalstoffen binnen de inrichting waarin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.