BNB 2003/83
Verlenging navorderingstermijn. In het buitenland opgekomen inkomensbestanddeel?
HR 04-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8364, m.nt. R.F.C. Spek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Oven, van
- Zaaknummer
37089
- Noot
R.F.C. Spek
- LJN
AE8364
- JCDI
JCDI:ADS888553:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8364, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2002
- Wetingang
Art. 16, vierde lid, AWR
Essentie
Verlenging navorderingstermijn. In het buitenland opgekomen inkomensbestanddeel?
Samenvatting
Belanghebbende was vennoot in een maatschap die in het buitenland ingenieurswerkzaamheden uitvoerde. Bij zijn uittreden uit de maatschap bleef hij recht behouden op zijn aandeel in de dubieuze vorderingen op opdrachtgevers in Saoedi-Arabië, zij het dat hij terzake slechts een vorderingsrecht kreeg tegenover de voortzetters van de maatschap en niet rechtstreeks op de opdrachtgevers. Uit dien hoofde ontving hij aanzienlijke bedragen, waarover na het verstrijken van de normale navorderingstermijn werd nagevorderd.
HR: Nu de maatschap in Nederland was gevestigd genoot belanghebbende voordelen uit een vordering op een binnenlandse debiteur. Die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.