HR, 29-10-1997, nr. 32 395

Documentgegevens:

HR 29-10-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2152

Instantie: Hoge Raad
Datum: 29 oktober 1997
Zaaknummer: 32 395
LJN: AA2152
Vakgebied(en): Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA2152, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑10‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑1997
Wetingang: Fraus legis; art. 1, 3, 5, 15 Wet OB 1968; art. 5 Zesde btw-richtlijn

Uitspraak

Belanghebbende, X BV, hield zich bezig met de groothandel in a-producten. X BV betrok de producten van verschillende ondernemers, die zowel in Nederland, in de lidstaten van de EU als in derde landen zijn gevestigd. Een van haar leveranciers was G BV. G BV, die de a-producten van fabrikanten of handelaren in onder meer Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk kocht. Het vervoer werd opgedragen aan een vervoerder en vond rechtstreeks plaats van de a-fabrikant of a-handelaar naar het opslagterrein van X BV in S. Zowel X BV als G BV sloten hun transacties onder de conditie 'franco huis'. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.