WFR 1995/1014
HR, 21-06-1995, nr. 29 843
HR 21-06-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1640
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1995
- Zaaknummer
29 843
- LJN
AA1640
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1640, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1640, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1995
- Wetingang
art. 29A Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, heeft certificaten van aandelen in een buitenlandse vennootschap die zich ten doel stelt het verrichten van transacties op het gebied van de termijnhandel op erkende termijnmarkten en het beleggen van vermogen in rentedragende vorderingen. In geschil is of de inspecteur ter zake van de certificaten terecht in het inkomen van X een fictief rendement als bedoeld in art. 29a Wet IB 1964 heeft begrepen.
Hof Arnhem stelt de inspecteur in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Het hof heeft voormelde vraag bevestigend beantwoord. Ten aanzien van de klacht dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.