FED 2000/359
HR, 28-06-2000, nr. 34 921
HR 28-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6314
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2000
- Zaaknummer
34 921
- LJN
AA6314
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6314, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2000
- Wetingang
Art. 277, eerste lid, onderdeel b, sub 1° gemeentewet (oud)
Uitspraak
Havengeldverordening voor wat betreft de passagiersheffing onverbindend. Gebruiksretributie.
Belanghebbende, X BV, onderhield met veerschepen veerdiensten tussen Harlingen en de eilanden en maakte daartoe gebruik van de haven te Harlingen. Op grond van de bij de verordening behorende tarieventabel was de heffingsmaatstaf voor het binnenhavengeld bij veerschepen, naast de oppervlakte van die schepen, het aantal inschepende en ontschepende passagiers. In geschil is of de passagiersheffing terecht van X BV is geheven.
Op het beroep in cassatie van B&W ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.