FED 1991/102
Ingevoerd is een Porsche, waaruit de achterbank is verwijderd en waarin enkele andere wijzigingen zijn aangebracht. Andere instanties dan de voor de heffing van de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's (BVP) bevoegde inspecteur hadden informatie verstrekt op grond waarvan geen BVP verschuldigd zou zijn. HR: De auto is een personenauto in de zin van art. 50 Wet OB 1968; het beroep op de Leidraad BVP faalt. Als regel kan een belastingplichtige geen zodanig vertrouwen ontlenen aan onjuiste inlichtingen van anderen dan de bevoegde inspecteur, dat het deze niet meer zou vrijstaan de belastingwet op de juiste wijze toe te passen.
HR 03-10-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4402, m.nt. D.G. van Vliet
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 1990
- Magistraten
Jansen; Baardman; Korthals Altes
- Zaaknummer
26 601
- Noot
D.G. van Vliet
- LJN
ZC4402
- JCDI
JCDI:ADS208549:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4402, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑1990
- Wetingang
Art. 50 jo. art. 23 Wet OB 1968
Essentie
Ingevoerd is een Porsche, waaruit de achterbank is verwijderd en waarin enkele andere wijzigingen zijn aangebracht. Andere instanties dan de voor de heffing van de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's (BVP) bevoegde inspecteur hadden informatie verstrekt op grond waarvan geen BVP verschuldigd zou zijn. HR: De auto is een personenauto in de zin van art. 50 Wet OB 1968; het beroep op de Leidraad BVP faalt. Als regel kan een belastingplichtige geen zodanig vertrouwen ontlenen aan onjuiste inlichtingen van anderen dan de bevoegde inspecteur, dat het deze niet meer zou vrijstaan de belastingwet op de juiste wijze toe te passen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.