FED 1996/52
Het hof heeft om proceseconomische redenen terecht ervan afgezien het bezwaar tegen zowel de naheffingsaanslag parkeerbelasting als tegen de beschikking kosten wielklem te doen splitsen in twee afzonderlijke bezwaarschriften, nu belanghebbende daardoor niet in enig processueel belang is geschaad. Er kon in redelijkheid geen misverstand bestaan omtrent de verschuldigdheid van de parkeerbelasting.
HR 22-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3126, m.nt. J.A. Smit
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30141
- Noot
J.A. Smit
- LJN
AA3126
- JCDI
JCDI:ADS225811:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3126, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑1995
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft om proceseconomische redenen terecht ervan afgezien het bezwaar tegen zowel de naheffingsaanslag parkeerbelasting als tegen de beschikking kosten wielklem te doen splitsen in twee afzonderlijke bezwaarschriften, nu belanghebbende daardoor niet in enig processueel belang is geschaad. Er kon in redelijkheid geen misverstand bestaan omtrent de verschuldigdheid van de parkeerbelasting.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag parkeerbelasting en beschikking kosten wielklem van de gemeente Amsterdam.
Vaststaat:
Belanghebbende heeft een personenauto, gekentekend AA-11-AA op 9 augustus 1991 geparkeerd in de a-straat in de buurt van de parkeermeter B1 zonder dat hij de parkeerbelasting heeft voldaan. Tijdens zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.