HR, 21-04-1999, nr. 32 053

Documentgegevens:

HR 21-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2733

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 april 1999
Zaaknummer: 32 053
LJN: AA2733
Vakgebied(en): Vermogensbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:AA2733, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1999
Wetingang: Gelijkheidsbeginsel; art. 4 en 6 VB 1964; art. 17 Wet ARB

Uitspraak

CDK-spaarbiljetten zijn toonderpapieren met disagio. Bewijslast niet onjuist verdeeld. Geen toepassing meerderheidsregel.

Belanghebbende, X, kocht in 1984 van A BV de blote eigendom van door CDK uitgegeven spaarbiljetten. In geschil is of de inspecteur in 1986 terecht de waarde in het economische verkeer van de spaarbiljetten ad ƒ 362 490 in X' vermogen begreep.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Het hof heeft voor zijn oordeel dat terecht de waarde in het economische verkeer van X' door CDK uitgegeven spaarbiljetten in 1986 in haar vermogen is begrepen, onder meer redengevend geoordeeld dat CDK ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.