HR, 08-07-1992, nr. 28 468

Documentgegevens:

HR 08-07-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5039

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 juli 1992
Magistraten: Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann
Zaaknummer: 28 468
LJN: ZC5039
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1992:ZC5039, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1992
Wetingang: (Art. 42, derde lid, Wet IB 1964; gelijkheidsbeginsel)

Samenvatting

Autokostenfictie

HR: art. 42, derde lid, Wet IB 1964 biedt geen steun aan de opvatting dat het op de voet van die bepaling tot de inkomsten uit arbeid te rekenen bedrag niet hoger kan worden gesteld dan het bedrag dat als kosten van de auto ten laste van de winst van de werkgever is gebracht.

Uitspraak

ARREST

gewezen op het beroep in cassatie van de erfgenamen van X, laatstelijk gewoond hebbende te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 26 september 1991 betreffende de aan erflater voor het jaar 1988 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.