FED 1993/438
1. Vereveningsuitkering voormalig waterschap valt niet onder landbouwvrijstelling. Belanghebbende niet geslaagd in de bewijslevering dat het voordeel van f 3374 in verband kan worden gebracht met enige waardeverandering van zijn land. 2. Geen (compartimentering van de) landbouwvrijstelling voor na 30 april 1987 verkocht melkquotum. Tweede cassatiemiddel verworpen met verkorte uitspraak (art. 101a RO). Zie voor de inhoudelijke motivering inzake een identiek geschilpunt: FED 1993/121.
HR 31-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5308, m.nt. G.H.J. Tuinte
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 1993
- Magistraten
Linde, Van Der; Bellaart; Jansen
- Zaaknummer
28 458
- Noot
G.H.J. Tuinte
- LJN
ZC5308
- JCDI
JCDI:ADS210205:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5308, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑1993
- Wetingang
Art. 8, Wet IB 1964
Essentie
1. Vereveningsuitkering voormalig waterschap valt niet onder landbouwvrijstelling. Belanghebbende niet geslaagd in de bewijslevering dat het voordeel van f 3374 in verband kan worden gebracht met enige waardeverandering van zijn land. 2. Geen (compartimentering van de) landbouwvrijstelling voor na 30 april 1987 verkocht melkquotum. Tweede cassatiemiddel verworpen met verkorte uitspraak (art. 101a RO). Zie voor de inhoudelijke motivering inzake een identiek geschilpunt: FED 1993/121.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting over het jaar 1988.
Vaststaat:
Uitkering waterschap
3.01. In 1988 ontving de belanghebbende van het voormalige waterschap A een uitkering van f 3374,84 die de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.