HR, 26-10-1988, nr. 25383

Documentgegevens:

HR 26-10-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3931

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)
Datum: 26 oktober 1988
Magistraten: Royer; Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Korthals Altes
Zaaknummer: 25383
LJN: ZC3931
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1988:ZC3931, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 26‑10‑1988
Wetingang: Art. 6 EVRM, art. 101a RO, art. 18, 27 AWR, art. 16 MB

Uitspraak

In geschil is of de aan belanghebbende, X BV, opgelegde naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting terecht met een verhoging van 100% is opgelegd, nu na indiening van het beroepschrift meer dan 2 1/2 jaar is verlopen voordat de inspecteur zijn vertoogschrift heeft ingediend. Het Hof (Arnhem) stelt X BV in het ongelijk.

Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad: De beslissing omtrent de door X verschuldigde enkelvoudige belasting is geen 'determination of his civil rights and obligations or of any criminal charge against him' als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM.

Ten aanzien van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.