Inhoudsopgave
IER 2005, 64:Hoe slaafs mag men nabootsen?
IER 2005, 64
Hoe slaafs mag men nabootsen?
Documentgegevens:
F.W. Grosheide , datum 01-09-2005
- Datum
01-09-2005
- Auteur
F.W. Grosheide *
- JCDI
JCDI:ADS751151:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Vrijheid van kopie, heet het centrale uitgangspunt van ons geschreven en ongeschreven ongeoorloofde mededingingsrecht te zijn. Tegen dat uitgangspunt blijkt echter in theorie en praktijk nogal te worden gezondigd. Een goed voorbeeld daarvan vormt de bescherming tegen slaafse nabootsing, Dit is een geducht middel in de concurrentiestrijd waaraan veel kopieervrijheid ten prooi valt. Ik licht dit in het vervolg van deze beschouwing toe. Maar eerst zet ik de hoofdpunten van slaafse nabootsing nog even op een rij.
Het betreft een bijzondere vorm van onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW): bescherming naar ongeschreven recht als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.