FED 1992/740
1. Tarief voor niet-woningen (f 181 en voor elke m3 boven de 500 f 1,17) te bepalen door waterafname van waterleidingbedrijf in het voorafgaande jaar. Deze forfaitaire benadering van de grondslag is toelaatbaar. 2. Tarief voor bronbemalingslozing (f 0,05 per m3) gerechtvaardigd doordat de afvoer van water na bronbemaling - naar algemeen bekend is - in het algemeen het rioolstelsel voor wat onderhoud en transport betreft minder bezwaart dan die van huishoudelijk en industrieel afvalwater.
HR 08-07-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5036, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1992
- Magistraten
Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings; Herrmann
- Zaaknummer
28 246
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
ZC5036
- JCDI
JCDI:ADS209808:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5036, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1992
- Wetingang
Art. 277, eerste lid, onder b, 1, gemeentewet
Essentie
1. Tarief voor niet-woningen (f 181 en voor elke m3 boven de 500 f 1,17) te bepalen door waterafname van waterleidingbedrijf in het voorafgaande jaar. Deze forfaitaire benadering van de grondslag is toelaatbaar. 2. Tarief voor bronbemalingslozing (f 0,05 per m3) gerechtvaardigd doordat de afvoer van water na bronbemaling - naar algemeen bekend is - in het algemeen het rioolstelsel voor wat onderhoud en transport betreft minder bezwaart dan die van huishoudelijk en industrieel afvalwater.
Uitspraak
Het geschil betrof de aan X BV te Z voor het jaar 1988 opgelegde aanslag in de rioolrechten van de gemeente Utrecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.