BNB 2003/62
Ten onrechte opgelegde nihilaanslag maakt gelijktijdig vastgestelde verliesbeschikking niet ongeldig
HR 22-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3264, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
37061
- Conclusie
A-G mr. Groeneveld
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AE3264
- JCDI
JCDI:ADS888526:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE3264, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑11‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE3264, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2002
- Wetingang
Art. 20a (tekst 1996) en 25a Wet Vpb. 1969
Essentie
Ten onrechte opgelegde nihilaanslag maakt gelijktijdig vastgestelde verliesbeschikking niet ongeldig
Samenvatting
Aan belanghebbende, die geen aangifte heeft gedaan en geen belasting is verschuldigd, is een nihilaanslag opgelegd. Dit is in strijd met art. 25a. Dit raakt echter niet de geldigheid van de gelijktijdig genomen verliesbeschikking. Uit art. 25a mag niet worden afgeleid dat een verliesbeschikking uitsluitend mag worden vastgesteld indien tevens een aanslag wordt vastgesteld. De vaststelling van een verlies bij beschikking moet ook mogelijk worden geacht in een geval waarin op grond van art. 25a geen aanslag dient te worden vastgesteld.
Uitspraak
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.