HR, 31-01-1996, nr. 31 047
ECLI:NL:HR:1996:AA1961
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31-01-1996
- Zaaknummer
31 047
- LJN
AA1961
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1996:AA1961, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑1996; (Cassatie)
- Wetingang
- Vindplaatsen
BNB 1996/201 met annotatie van R.E.C.M. Niessen
V-N 1996/867, 8 met annotatie van Redactie
Uitspraak 31‑01‑1996
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 december 1994 betreffende de hem voor het jaar 1987 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie Bij brief, gedagtekend 12 april 1995, waarvan een ontvangstbevestiging is ingekomen, heeft de Griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld het verzuim dat niet is voldaan aan het in art. 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde vereiste, binnen zes weken na de dagtekening van deze brief te herstellen. De termijn voor herstel van dit verzuim eindigde op 24 mei 1995. Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, en de Hoge Raad ook ambtshalve niet is gebleken van een grond waarop 's Hofs uitspraak zou behoren te worden vernietigd, zal de Hoge Raad, gezien het bepaalde in art. 6:6 van voormelde wet, belanghebbende in het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in art. 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
3. Beslissing De Hoge Raad verklaart belanghebbende niet-ontvankelijk in haar beroep.
Dit arrest is op 31 januari 1996 vastgesteld door de raadsheer Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren Herrmann en C.H.M. Jansen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Loen, en op die datum in het openbaar uitgesproken.