FED 2011/16
Zowel de inbrenger als de BV kunnen ook na het onherroepelijk zijn van de beschikking, respectievelijk na de aanvaarding, de juistheid van de voorwaarden nog ter discussie stellen
HR 17-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO7489, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
17 december 2010
- Magistraten
Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
09/01580
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
BO7489
- JCDI
JCDI:ADS198543:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BO7489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BO7489, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2010
- Wetingang
Art. 18 Wet IB 1964
Essentie
Zowel de inbrenger als de BV kunnen ook na het onherroepelijk zijn van de beschikking, respectievelijk na de aanvaarding, de juistheid van de voorwaarden nog ter discussie stellen
Samenvatting
Na een geruisloze omzetting op de voet van art. 18 Wet IB 1964 (oud) opponeert de BV (in het kader van een aan haar opgelegde aanslag) tegen de toepassing van standaardvoorwaarde 8a die opgenomen is in de door de inspecteur in het kader van de geruisloze omzetting genomen beschikking. Tegen deze beschikking is door de inbrenger geen bezwaar ingesteld; tevens heeft de BV de standaardvoorwaarden - op de voet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.