FED 1992/419
Aan de woorden 'binnen het Rijk belastbare winst' in art. 13, vierde lid, Wet Vpb. 1969 (tekst 1981) dient de betekenis te worden gegeven die overeenkomt met de strekking van deze bepaling, te weten hiermede te voorkomen, dat ten laste van de Nederlandse winst wordt gebracht hetgeen ten koste wordt gelegd aan de verwerving van winst die hier te lande niet in de heffing van de belasting kan worden betrokken.
HR 13-11-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC4775
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 1991
- Magistraten
Verburg; Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
27 091
- LJN
ZC4775
- JCDI
JCDI:ADS273408:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC4775, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑1991
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
Aan de woorden 'binnen het Rijk belastbare winst' in art. 13, vierde lid, Wet Vpb. 1969 (tekst 1981) dient de betekenis te worden gegeven die overeenkomt met de strekking van deze bepaling, te weten hiermede te voorkomen, dat ten laste van de Nederlandse winst wordt gebracht hetgeen ten koste wordt gelegd aan de verwerving van winst die hier te lande niet in de heffing van de belasting kan worden betrokken.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1981.
Vaststaat:
3.1. De belanghebbende, gevestigd in R (Bondsrepubliek Duitsland) en met een vaste inrichting in Z, is buitenlands belastingplichtige voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.