FED 2010/124
De regeling van art. 26a Wet WOZ (marge bij waardevaststelling) is in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM omdat daardoor het genot van eigendom wordt aangetast zonder dat een adequate rechtsbescherming bestaat (niet lawful)
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1943, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Magistraten
den Berge, van; Schaap; Tijnagel; Heisterkamp; Feteris
- Zaaknummer
08/02324
- Noot
G. Groenewegen
- LJN
BL1943
- JCDI
JCDI:ADS198678:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Milieubelastingen (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1943, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1943, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑12‑2009
- Wetingang
Art. 26a Wet WOZ
Essentie
De regeling van art. 26a Wet WOZ (marge bij waardevaststelling) is in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM omdat daardoor het genot van eigendom wordt aangetast zonder dat een adequate rechtsbescherming bestaat (niet lawful)
Samenvatting
Het geschil betreft de waardebeschikking voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
Uitspraak
3.2. In geschil is of de waarde terecht is gehandhaafd op € 99 000.
3.3. Het Hof heeft de vaststelling van de waarde op € 99 000 en de daarop gebaseerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.