BNB 2000/348
Vrijstelling BPM. Vervallen vrijstelling woon-werkverkeer bij ander gebruik is niet in strijd met EG-Verdrag. Grove schuld; lichtvaardig ingenomen standpunt
HR 13-09-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7073, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2000
- Magistraten
Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35 472
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA7073
- JCDI
JCDI:ADS660334:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7073, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2000
- Wetingang
Art. 1, tweede en vijfde lid, Wet BPM 1992; art. 3, tweede lid, onderdeel b, Uitv.besl. BPM 1992; art. 21 AWR; art. 33, eerste lid, Zesde richtlijn
Essentie
Vrijstelling BPM. Vervallen vrijstelling woon-werkverkeer bij ander gebruik is niet in strijd met EG-Verdrag. Grove schuld; lichtvaardig ingenomen standpunt
Samenvatting
Belanghebbende woont te Z (Nederland) en drijft een eenmanszaak in Q (Duitsland). Hij heeft vrijstelling voor de BPM voor het verkeer tussen zijn woon- en zijn werkplaats. Aan hem is een naheffingsaanslag BPM opgelegd, met verhoging, omdat is geconstateerd dat hij buiten het traject Z-Q in Nederland gebruik heeft gemaakt van de openbare weg.
HR: Heffing op grond van art. 1, tweede lid, Wet BPM 1992 is niet in strijd met art. 90/95 EG-Verdrag (HR, BNB ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.