BNB 1998/326
Hasjhandel. Omkering bewijslast omdat geen aangifte is gedaan. Nemo-teneturbeginsel
HR 08-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2337, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1998
- Magistraten
Stoffer; Fleers; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
32 417
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
AA2337
- JCDI
JCDI:ADS660321:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2337, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1998
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 29, tweede lid, AWR
Essentie
Hasjhandel. Omkering bewijslast omdat geen aangifte is gedaan. Nemo-teneturcommit; beginsel
Samenvatting
Belanghebbende is strafrechtelijk veroordeeld wegens het deelnemen aan uitvoer van hasjiesj. De Inspecteur heeft aan hem tijdens zijn detentie, vóór zijn veroordeling, aangiftebiljetten voor de inkomstenbelasting en premieheffing uitgereikt. Belanghebbende heeft deze aangiftebiljetten niet ingediend.
HR: De door het Hof toegepaste omkering en verzwaring van de bewijslast op grond van art. 29, tweede lid, AWR, is geen strafsanctie in de zin van art. 6 EVRM. Het nemo-teneturbeginsel ontsloeg belanghebbende niet van zijn verplichting aangifte te doen, ook al was reeds sprake van een 'criminal charge' tegen hem. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.