BNB 1987/2
HR, 27-08-1986, nr. 23 490
HR 27-08-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AW7900, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 augustus 1986
- Magistraten
Vroom; Royer; Stol; Jansen; Roelvink
- Zaaknummer
23 490
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
AW7900
- JCDI
JCDI:ADS886390:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AW7900, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑08‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AW7900, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑08‑1986
- Wetingang
Art. 17 WARB; art. 6 IB '64
Samenvatting
Vertraging bij uitvoering van voorovereenkomst tot oprichting van BV Duur van voorperiode. Niet-begrijpelijke vaststelling en onvoldoende motivering door Hof
Belangh. en zijn echtgenote hebben in 1976 een overeenkomst tot oprichting van een BV gesloten. Die overeenkomst was in 1984 nog niet geeffectueerd. Om die reden oordeelt het Hof dat aan de overeenkomst niet het gevolg kan worden verbonden dat een deel van de winst van 1976 aan de bv moet worden toegerekend.
HR: het Hof mocht, gezien de stukken van het geding, bepaalde feiten betreffende de contractuele verhouding tussen belangh. en zijn zoon niet als tussen partijen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.